Kind en hond
Kinderen en honden kunnen allebei dol op elkaar zijn, mits ze er beiden mee vertrouwd zijn. Ze leven allebei in een wereld vol spel en kunnen het daarom samen goed vinden. Kinderen zien de hond als hun maatje aan wie ze al hun verhalen kwijt kunnen en honden vinden al die aandacht doorgaans heerlijk. Tot op het moment dat kinderen op de leeftijd zijn waarop zij de hond en zijn taal kunnen begrijpen en ook op hun manier terug kunnen communiceren, is het niet verantwoord om ze samen alleen te laten. Dit is meestal pas na het 12e jaar. Dit betekent niet dat honden niet betrouwbaar zijn, maar de situatie om hem heen, heb je dan niet in de hand. De hond reageert op zijn manier en dat kan soms geleid worden door angst of schrik. Laat kinderen daarom nooit alleen met hond en leer ze eerst hoe ze met een hond om moeten gaan.
- Geef de hond zijn eigen plekje. Spreek met het kind af dat de hond met rust gelaten moet worden als hij op deze plek ligt. Dit geldt ook voor momenten dat de hond eet.
- Leer de kinderen aaien. Doe dit voor en doe het daarna samen met het kind. Op deze manier weten ze hoe een hond geaaid moet worden. Leer hen om honden onder de kin te aaien en niet de armen om de nek van de hond te slaan. Ga samen met het kind en de hond op de grond zitten. Vermijd echter dat het kind lage posities inneemt ten opzichte van de hond in verband met de verhoudingen binnen de rangorde.
- Kinderen moeten leren, dat zij de hond NOOIT mogen optillen.
- Leer het doen van spelletjes met de hond. Gooi samen een speeltje weg. Laat de hond dit terugbrengen en laat het kind niet achter de hond aanrennen. Hiermee wordt de verhouding binnen de rangorde tussen hond en kind voor de hond duidelijk gemaakt. Als de hond het speeltje komt terugbrengen, biedt hem iets lekkers aan als hij gaat zitten. Hiermee wordt voorkomen dat de hond tegen het kind opspringt.